Ik Kan Vliegen
Als kind was ik bang om mee te spelen met de andere kinderen. We wisten toen nog niet dat ik maar heel slecht kon zien. Na een tijd van angstzweet en buitenstaander zijn, kreeg ik een bril. Plots werd de wereld helder en was ik de eerste bovenop het klimrek. Doordat ik op het hoogste punt niet verder omhoog kon klauteren, keek ik naar de lucht. Hoe de bladeren van de bomen door de wind beïnvloed werden en hoe vogels in de hemel zwommen. Hier ontstond een levenslange fascinatie voor vliegende (en zwevende) organismen.
Door een bril op te zetten, kon ik beter zien. Dat betekent dat ik ook zou moeten kunnen vliegen. Het enige wat ik moet vinden, is de juiste uitbreiding van mijn lichaam.

Dit project maakt een deel van mijn (kinder)droom waar. Ik maak extensies van mijn lichaam, waarmee ik pogingen doe om te vliegen. Echt vliegen is nog niet gelukt, maar ik blijf doorgaan tot ik mijn doel heb bereikt.
Inspiratie haal ik zowel uit mijn dromen, als de natuur. Voor nieuwe ontwerpen heb ik gekeken naar mijn voorgangers. Uitvinders uit onze geschiedenis zoals Leonardo Davinci of de Wright broers. Die laatsten hebben echter de focus gelegd op het bouwen van een machine, waar ik de focus wil leggen op het vliegen op eigen kracht (met een beetje hulp). Hierom heb ik me ook verdiept in het boek ‘Vreemd lichaam’ van Jenny Slatman.

Van mijn verschillende prototypes wil ik een performance maken. Zo zie ik dat voor me: Het speelt zich af op een weiland. Er zal een looproute zijn waarbij je de vliegmiddelen op hun landingsplaats zult tegenkomen. Hierbij zullen er veel al gebroken en gescheurd zijn, doordat ze de tests meestal niet overleven. Bij de laatste landingsplaats zullen de prototypes her en der verspreidt liggen en zal je de nieuwe concepten weer zien ontstaan. Ook zal er gebruik worden gemaakt van film. Alle tests zijn/worden gefilmd. Hoe dit hier in terugkomt, ben ik nog aan het onderzoeken. Benieuwd naar die tests? Hieronder/hiernaast kun je enkele pogingen vinden.